Productbeschrijving
Celestone, oplossing voor injectie behoort tot een groep geneesmiddelen die corticosteroïden worden genoemd. Deze cortison-achtige geneesmiddelen helpen om verlichting te geven aan ontstoken delen van het lichaam. Ze verminderen zwelling, roodheid, jeuk en allergische reacties en worden vaak gebruikt als onderdeel van de behandeling voor een aantal aandoeningen.
Celestone is aangewezen wanneer behandeling met corticosteroïden nodig is. Corticosteroïden verminderen de volgende symptomen: zwelling, roodheid, jeuk en allergische reacties.
Naam
Celestone Chronodose Vial 1x6mg/1mlProductcode
0105700Indicatie(s)
Allergische aandoeningen
- Status asthmaticus, chronisch bronchiaal astma, seizoengebonden of niet-seizoengebonden allergische rhinitis, ernstige allergische bronchitis, contactdermatitis, atopische dermatitis, overgevoeligheidsreacties voor geneesmiddelen en insectenbeten
Reumatische aandoeningen
Posttraumatische osteoartritis, synovitis osteoartritis, reumatoïde polyartritis, acute en subacute bursitis, epicondylitis, acute aspecifieke tenosynovitis, myositis, fibrositis, tendinitis, acute jichtartritis, arthritis psoriatica, lage dorsalgie, lumbago, sciatica, coccydynia, torticollis, ganglionaire cyste
Collageenziekten
Lupus erythematosus, scleroderma en dermatomyositis
Huidziekten
Gelokaliseerde, hypertrofische, geïnfiltreerde laesies van lichen planus, psoriasisplekken, granuloma annulare, neurodermatitis (chronisch lichen simplex), keloïden, discoïde lupus erythematosus, necrobiosis lipoïdica diabeticorum, alopecia areata
Podologische aandoeningen
Bursitis onder harde en zachte heloma en onder calcaneaal spinea, bursitis bij hallux rigidus en bij digitiquinti varus, synoviale cyste, tenosynovitis, periostitis van os cuboïdeum, acute jichtartritis, metatarsalgia
Antepartum gebruik
Profylactische behandeling van hyaliene-membranenziekte bij te vroeg geboren kinderen, wanneer toegediend aan moeders vóór de bevalling (vóór de 32ste week van de zwangerschap)
Gebruiksaanwijzing
Systemische toediening
- In de meeste gevallen wordt de behandeling ingesteld met een intramusculaire injectie van 1 ml Celestone Chronodose, en deze injectie wordt elke week herhaald, of meer indien nodig
- Bij ernstige ziekten kan initieel 2 ml vereist zijn
Lokale toediening
1 intrabursale injectie van 1 ml Verschillende intrabursale injecties met intervallen van 1 of 2 weken zijn meestal vereist bij terugkerende acute bursitis en bij acute verergering van chronische bursitis 3 of 4 lokale injecties van 1 ml elk, met intervallen van 1 of 2 weke De injectie moet gebeuren in de aangetaste peesschede eerder dan in de pees zelf Bij ganglions van gewrichtskapsels wordt 0,5 ml direct in de ganglioncyste geïnjecteerd De dosering varieert van 0,25 tot 2 ml, naargelang de grootte van het te behandelen gewricht 0,2 ml/cm2 intradermaal (niet subcutaan) geïnjecteerd, gebruik makend van een tuberculine spuit met een type 25 G naald van 1,27 cm. De totale hoeveelheid geïnjecteerd op alle plaatsen mag 1 ml niet overschrijden Bursitis onder harde heloma: 2 opeenvolgende injecties van 0,25 ml elk Voor de meeste voetaandoeningen: 0,25-0,5 ml met intervallen van 3 tot 7 dagen aanbevolen. Bij acute jichtartritis kunnen doses tot 1 ml nodig zijn
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Overgevoeligheid voor corticosteroïden.
Systemische schimmelinfecties.
Celestone Chronodose mag niet intrathecaal toegediend worden.
Product informatie
Wettelijke Tekst
Bijsluiter
Actieve ingrediënten
betamethason natriumfosfaat, betamethason acetaat
Samenstelling
- Betamethasoni acetas 3 mg (= 2,7 mg Betamethasonum)
- Betamethasoni natrii phosphas 4 mg (= 3 mg Betamethasonum)
- Dinatrii phosphas dihydricus
- Natrii dihydrogenophosphas dihydricus
- Natriiedetas
- Benzalkonii chloridum
- Aqua ad iniectabilia q.s. ad 1 ml.
Extra info
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: corticosteroïd voor systemisch gebruik, glucocorticosteroïd, ATC-code: H02A B01.
Betamethason is een synthetisch glucocorticosteroïd (9 alfa-fluoro-16 bètamethylprednisolon). Betamethason bezit een sterke anti-inflammatoire, immunosuppressieve en anti-allergische werking.
Betamethason vertoont geen klinisch significante mineralocorticosteroïde effecten.
Glucocorticosteroïden diffunderen doorheen de celmembranen en vormen complexen met specifieke cytoplasmatische receptoren. Deze complexen dringen dan door de celkern, binden zich met DNA (chromatine) en stimuleren de transcriptie van boodschapper-RNA en de proteïnesynthese van verschillende enzymen die uiteindelijk verantwoordelijk worden geacht voor de effecten bij systemisch gebruik van glucocorticosteroïden. Naast hun belangrijke invloed op het inflammatie- en immuunproces, beïnvloeden de glucocorticosteroïden eveneens het koolhydraat-, eiwit- en vetmetabolisme. Ten slotte hebben ze eveneens een invloed op het cardiovasculair systeem, de skeletspieren en het centrale zenuwstelsel.
Invloed op het inflammatie- en immuunproces
De anti-inflammatoire, immunosuppressieve en anti-allergische eigenschappen van de glucocorticosteroïden zijn verantwoordelijk voor een zeer groot gedeelte van de therapeutische toepassingen. De belangrijkste aangrijpingspunten van deze eigenschappen zijn: een vermindering van de immuunactieve cellen ter hoogte van de ontstekingshaard, een verminderde vasodilatatie, een stabilisatie van de lysosomale membranen, inhibitie van de fagocytose, een verminderde productie van prostaglandines en verwante stoffen.
De anti-inflammatoire werking is ongeveer 25 keer sterker dan deze van hydrocortison en 8 tot 10 keer sterker dan deze van prednisolon (op basis van het gewicht). 100 mg hydrocortison zijn equivalent aan 4 mg betamethason.
Invloed op het koolhydraat- en eiwitmetabolisme
Glucocorticosteroïden stimuleren het eiwitkatabolisme. De vrijgekomen aminozuren worden in de lever via het neoglycogeneseproces omgezet in glucose en glycogeen. De glucoseopname in perifeer weefsel vermindert, wat aanleiding kan geven tot hyperglycemie en glucosurie, vooral bij patiënten met aanleg voor diabetes.
Invloed op het vetmetabolisme
Glucocorticosteroïden werken lipolytisch. Deze lipolyse is het duidelijkst ter hoogte van de ledematen. Bovendien hebben zij een lipogenetisch effect dat vooral optreedt ter hoogte van de romp, de nek en het hoofd. Het geheel van deze effecten heeft een herverdeling van de vetdepots tot gevolg.
De maximale farmacologische werking van corticosteroïden verschijnt na de maximale bloedspiegel, hetgeen erop zou wijzen dat de meeste effecten van deze geneesmiddelen eerder het resultaat zijn van een wijziging van de enzymenactiviteit dan van een rechtstreekse inwerking van het geneesmiddel.
5.2 Farmacokinetische gegevens
Betamethasondinatriumfosfaat en betamethason acetas worden geabsorbeerd vanuit de lokale injectieplaats en veroorzaken zowel lokale als systemische, therapeutische en andere farmacologische effecten.
Betamethasondinatriumfosfaat is goed oplosbaar in water en wordt in het lichaam gemetaboliseerd tot betamethason, het biologisch actieve corticosterosteroïd. 4 mg betamethasondinatriumfosfaat is equivalent aan 3 mg betamethason.
Betamethason acetaat, bijna onoplosbaar in water, is gesuspendeerd in Celestone Chronodose. Dit ester wordt traag gehydrolyseerd vanuit de injectieplaats.
Na orale en parenterale toediening is de plasmahalfwaardetijd van betamethason > 5 uur. De biologische halfwaardetijd ligt tussen 36 en 54 uur. Na IM injectie van betamethasondinatriumfosfaat wordt de piek plasmaconcentratie na 60 minuten bereikt. Dit corticosteroïd wordt bijna volledig uitgescheiden gedurende de eerste dag. De farmacologische activiteit duurt verder na verdwijning van meetbare plasmaconcentraties.
Betamethason wordt gemetaboliseerd in de lever. Betamethason bindt zich voornamelijk aan albumine. Bij patiënten met leverziekten is de klaring trager dan bij normale personen.